autobiografisch ā rauw.ā
Ik schrijf dit niet als een alias.
Niet als een zachte dichteres die de pijn verstopt.
Ik schrijf dit als ik ā RoseBloom.
De vrouw achter de naam.
De moeder die geen seconde twijfelde toen het leven van haar kind in gevaar kwam.
Ik vertrok naar het buitenland om te schrijven,
om te werken,
om rust te vinden in een andere lucht.
Maar wat ik vond, was geen inspiratie.
Het werd een hel.
Een gasexplosie.
Een schreeuw die door merg en been ging.
Haar huid die brandde.
Haar hand die zwart werd.
En ik ā
met trillende knieĆ«n maar een hart dat niet faalde ā
handelde alsof mijn eigen leven van haar adem hing.
Ik heb gerend, gedragen, gekoeld,
gepoetst tot mijn rug brak,
georganiseerd in totale chaos,
en gevochten tegen systemen die alleen bewegen als je betaalt.
Ik heb zorg gekocht waar zorg vanzelfsprekend zou moeten zijn.
Ik heb geduld gezocht tussen mensen die hun handen uitstrekten
niet om te helpen,
maar om te nemen.
En toch,
ondanks alles wat mij had kunnen breken,
stond ik recht.
Elke dag opnieuw.
Voor haar.
Voor mijn waardigheid.
Voor mijn geest die niet wilde instorten.
Ik ben teruggekeerd
met mijn kind levend,
helend,
voelend.
Met haren weg,
vel beschadigd,
maar met een ziel die wij samen beschermd hebben.
En ik schrijf dit vandaag
omdat ik uit dat vuur ben gestapt
zonder maskers,
zonder angst,
zonder schaamte.
Wie denkt dat mijn tranen verloren zijn?
Nee.
Mijn tranen zijn goud geworden.
Net als mijn handtekening.
Net als mijn kracht.
RoseBloom š¹ copyright Ā© 2025

Geef een reactie op ymarleen Reactie annuleren