Toen de avond zijn jas van blauw fluweel aantrok,
zat Traantje op de rand van een kussen.
Niet groot. Niet luid.
Maar zwaar van alles wat niet was gezegd.
Geluk kwam niet binnen met trompetten.
Het schoof gewoon naast haar,
zoals iemand die weet dat stilte soms genoeg is.
“Waarom ben je er alweer?” vroeg Geluk zacht.
Traantje haalde haar schouders op.
“Ik kom wanneer woorden niet meer weten
waar ze moeten liggen.”
Ze zwegen.
Tot de stilte warmer werd.
“Je denkt dat je mij tegenwerkt,” zei Geluk,
“maar jij maakt ruimte voor mij.”
Traantje keek op.
Niemand had dat ooit gezegd.
“Wanneer jij valt,” fluisterde Geluk,
“kan ik eindelijk landen.”
En zo gebeurde het.
Niet met vuurwerk.
Maar met adem.
Die avond rolden er geen tranen van verdriet,
maar van opluchting.
Van thuiskomen.
Van weten: ik hoef niets meer te dragen alleen.
Traantje leunde tegen Geluk aan.
En Geluk bleef.
Zoals alleen echte dingen blijven.
RoseBloom 🌹copyright 2025
Schrijf hier je gedachte -Elke waarheid telt”🌹