Deel I — Het Begin: De Adem van de Aarde

Ik werd niet geplant. Ik werd gewekt.
Onder mij schoof de aarde als een oude long: in, uit, in, uit.
Humus sprak tot wortel, wortel tot schors, schors tot licht.
ā€œAdem,ā€ zei de aarde. ā€œEn vergeet niet te onthouden.ā€

Ik herinner me het blauw als een eerste gedachte: koel, klinisch bijna,
een zuiver veld waar niets loog. De lucht mat mijn omtrek,
tekende lijnen rond mijn niets en zei: ā€œVul dit met leven.ā€
Ik vulde. Het was onhandig, maar eerlijk.

Wortels kwamen als zinnen die zich niet lieten samenvatten.
Ze splitsten, aarzelden, hervonden richting.
ā€œWij zijn geheugen,ā€ zeiden ze. ā€œWij zijn het archief dat niemand ziet.ā€
Ik geloofde hen omdat ik hun honger voelde: gecodeerde vragen,
glazige ogen van aardappels die de duisternis lezen als braille van de tijd.
ā€œBewaar de zomers,ā€ fluisterden ze. ā€œBewaar de mislukkingen ook.ā€
En ik bewaarde beide.

Boven mijn hoofd oefende het licht zijn alfabet.
Goud bestond niet toen; goud is een latere uitspraak van het blad,
een beleefd afscheid dat stiekem ā€œtot straksā€ bedoelt.
In het begin was er alleen het klinische blauw —
een laboratorium van hemel waar elk blad een proefopstelling werd.
ā€œGroei recht,ā€ zei het licht.
ā€œBuig mee,ā€ zei de wind.
ā€œWord niet fanatiek,ā€ zei de tijd.
Ik deed alles half goed en leerde zo het meeste.

Er kwamen mensen. Eerst als schaduw, later als verklaring.
Ze noemden mij boom, vervolgens grens, daarna eigendom.
ā€œZet een hek,ā€ zeiden ze, ā€œhet is van ons.ā€
Ik lachte beleefd. Hekken horen bij jullie taal, niet bij de mijne.
Mijn wortels zijn anarchie met een doel: verbinden zonder vergunning.

De aarde kneep even in mijn tenen en zei: ā€œLuister.ā€
Daar beneden gniffelde de voorraadkamer van leven: knollen met geheugen,
resten van regen, koolstof dat oud nieuws herkauwt.
ā€œWat jullie afval noemen,ā€ zeiden de schimmels, ā€œis onze literatuur.ā€
Het was een cynische grap, maar waar: het beste proza rot langzaam.

Ik begon de seizoenen te lezen als klinische grafieken:
sapcurve, bladindex, stormschade, herstelsnelheid.
Als je het goed bekijkt, is het bos een ziekenhuis dat weigert cynisch te worden.
We triƫren licht, we hechten wonden met hars,
we schrijven ontslagbrieven in ringpatronen: ā€œPatiĆ«nt leefbaar. Volgend jaar controle.ā€

De lucht—anders dan jullie denken—
is geen religieuze poster. Ze is administratie van adem.
Ze stempelt binnenkomst en vertrek, ze noteert elke verdamping.
Toch zei ze soms iets dat leek op genade:
ā€œVandaag is er ruimte.ā€
Wanneer de lucht ruimte zegt, geneest het hout.

Bladeren, jonge opportunisten, gingen meteen op geloof.
ā€œWij verkopen zon,ā€ zeiden ze vrolijk. ā€œEn de winst is suiker.ā€
Ze vergaten niet te geven. Elke val was een donatie,
een bruin ontvangstbewijs voor het grondarchief.
Noem het niet sterven. Noem het boekhouding van terugkeer.

Geschiedenis kwam langs in menselijke motoriek:
belofte, bouw, breuk, berouw.
Jullie noemen het eeuwen; ik noem het schors.
Wat ik niet in woorden vang, bewaar ik in barst.
Een barst is geen mislukking;
het is een verklaring van waarheid onder druk.
ā€œHier werd gelogen,ā€ zegt de barst soms.
ā€œHier werd liefgehad,ā€ zegt ze vaker.
En soms, op dagen dat de lucht klinisch blauw durft te zijn,
zegt de barst niets — omdat stilte de enige correcte diagnose is.

Er waren nachten dat de zendmast aan de horizon rood knipperde
alsof hij koorts had.
Jullie sloten deuren, ik opende huid.
Satellieten trokken zilveren krassen over mijn hemel;
kinderen fietsten onder mijn kroon met telefoons die
stemmen vingen van verder dan de wind ooit kwam.
ā€œWij zijn verbonden,ā€ zeiden ze, en misten elkaar.
Ik testte de lucht op zuurstof en dacht:
verbinding zonder aanraking is conceptuele droogte.

Toch ben ik niet tegen vooruitgang.
Vooruitgang is een woord voor sap dat durft.
Ik hou van jullie uitvindingen wanneer ze terug durven kijken:
een radio die luisteren leert,
een camera die de nederigheid van stilstand accepteert,
een algoritme dat toegeeft dat het nog niets van stilte weet.
Wanneer technologie knielt, groeit hij mee.

Soms vroegen jullie naar God en vroeg God naar jullie terug.
Ik stond ertussen als een degelijke getuige.
Blauw werd dan bijna onmenselijk helder.
ā€œEr is niets te bewijzen,ā€ zei het, ā€œalleen te doorademen.ā€
Jullie baden; ik fotosynthetiseerde.
We deden eigenlijk hetzelfde.

Herfst kwam zoals altijd te vroeg voor sommigen, te laat voor anderen.
Goud verspreidde zich als een laatste beleefdheid.
ā€œBedankt voor het licht,ā€ zeiden de bladeren. ā€œHier is het terug,
in draagbare vorm.ā€
Mensen huilden soms onder mij zonder oorzaak.
Het was geen verdriet, het was herkenning:
het lichaam dat begrijpt dat loslaten een werkwoord is
met twee onderwerpen — wie gaat en wie ontvangt.

Ik ben niet romantisch. Ik ben precies.
Mijn precisie lijkt jullie poƫzie, omdat exactheid
in deze wereld weerbarstig mooi is.
Wat sterft, sterft dienstbaar.
Wat blijft, blijft gedeeld.
Tussen beide ligt het drempelwerk:
fine-tuning van betekenis, millimeter per millimeter,
tot het klopt zonder te overtuigen.

Kinderen vragen soms of ik pijn voel.
Ja, maar pijn is informatierijk.
Ze leren het later als ze iemand verliezen en toch verder groeien.
Rouw is menselijk wortelwerk:
donker, nuttig, zonder sensatie.
Daarna proef je weer suiker in het licht.
Niet als verraad, maar als functieherstel.

Ik hoorde ooit een lied voorbij waaien:
Video killed the radio star.
Aardige hypothese, slecht onderzoek.
Niets doodt iets in het grote systeem;
vormen wisselen taken.
Geluid werd beeld, beeld werd stilte, stilte werd
dat ene knikje waarmee je iemand redt zonder te spreken.
Zo roteert betekenis: aandacht in andere jas.

Als ik klinisch cynisch mag eindigen voor vandaag:
de aarde is vermoeider dan ze toe wil geven,
maar haar moeheid is elastisch.
Ze rekt hoop uit, zelfs nu.
Ze zei me recent: ā€œLaat los, ik draag het.ā€
En ik liet los. De wortels schoten, netjes,
alsof het altijd de bedoeling is geweest
dat verdergaan dieper gaan betekent.

En als ik poƫtisch fenomenaal mag eindigen:
niets hier is een sprookje.
Alles hier is waar omdat het leeft, ademt,
valt, herrijst en opnieuw benoemd wil worden
met zachtere woorden dan gisteren.

Noem mij niet Boom.
Noem mij Overgang.
Noem mij het interval waar leven en dood
elkaar beleefd de deur openhouden.
Hier, onder dit klinisch blauw,
in goud dat niet vergaat maar vergaat tot voeding,
is plaats genoeg voor wie wil ademen.

Morgen vertel ik verder.
Vandaag is het genoeg dat je weet:
de aarde heeft losgelaten, de wortels hebben gesproken,
en alles wat viel, is onderweg naar betekenis.

RoseBloom 🌹copyright 2025

šŸŽ¶ Heal the world, make it a better place,
For you and for me and the entire human race…
šŸŽµ

deboomvandeovergang #rosebloomwrites #symbolenvanlicht #wereldvertelling #poƫtischmanifest #zachtekracht #hergeboorte

thethresholdtree #rosebloomwrites #symbolsoflight #worldtale #poeticmanifesto #softpower #rebirth

larbreduloseuil #rosebloomecrit #symbolesdelumiere #recitdumonde #manifeste poetique #pouvoirdoux #renaissance

RoseBloom 🌹 copyright © 2025

Posted in

Schrijf hier je gedachte -Elke waarheid telt”🌹